2e Star voor Interface: op weg naar klimaatnegatief

Is het mogelijk om als organisatie geld te verdienen en tegelijkertijd een positieve impact te hebben op de planeet? Interface laat zien dat dit kan en behaalt haar 2e Star.

 

Als wereldleider op het gebied van modulaire vloerbedekking heeft Interface een wereldwijde omzet van $1.2 miljard. Maar ook hebben zij de broeikasgasuitstoot voor het laten draaien van hun fabrieken met 96% gereduceerd ten opzichte van de uitstoot van 1996. Bij Interface was duurzaamheid niet altijd prioriteit nummer één. Maar in 1994 ging de knop om: de oprichter en toenmalige CEO Ray Anderson besloot dat het anders moest. Naast geld verdienen, moest er gewerkt worden aan optimalisatie en verduurzaming. In dit artikel nemen we je graag mee achter de schermen bij Interface. Want hoe gaan zij te werk? En hoe heeft Interface haar 2e Star behaald?

De belangrijkste momenten van Interfaces (duurzaamheids)reis:

  • 1973: Ray Anderson richt Interface op met als doel de markt van tapijttegels te veroveren.
  • 1994: Een cruciaal besluit: Ray Anderson stelt ten doel dat Interface in 2020 geen negatieve impact meer heeft op het milieu en lanceert ‘Mission Zero’.
  • 2019: Interface viert de successen van Mission Zero. Zo heeft zij de gemiddelde C02 voetafdruk van haar tapijttegelproducten met 76% gereduceerd en is de hoeveelheid afval verminderd met 35%. Er ontstaat een nieuwe ambitie bij Interface, ‘Climate Take Back’, waarbij zij beoogt om in 2040 een C02 negatieve onderneming te zijn: er moet meer CO2 uit de atmosfeer gehaald worden dan Interface verantwoordelijk is qua uitstoot. Dit behelst scope 1, 2 en 3 emissies.
  • 2017/2018: Interface start een duurzaamheidsreis voor veerkrachtige vloeren-segment met het toevoegen van LVT aan het portfolio en de aankoop van de nora rubber-vloeren fabriek in Weinheim, Duitsland.
  • 2021: Interface bereikt opnieuw een mijlpaal. Er wordt definitief afscheid genomen van de bitumen-tapijtrug. Door eerdere innovaties en de nieuwe biocomposiet tapijtrug wordt er nog maar gemiddeld 12% virgin fossiel materiaal gebruikt en bestaan de tapijttegels gemaakt in Scherpenzeel gemiddeld voor 88% uit gerecycled en bio-based materiaal.

 

Interface als vernieuwer in de tapijtindustrie

Interface wordt opgericht in 1973. Ray Anderson ziet bij Heuga in Europa een slim alternatief voor tapijtrollen op de markt: tapijttegels. Interface neemt Heuga over en verspreid vervolgens wereldwijd de innovatie van tapijttegels. Deze zijn makkelijk te plaatsen, te vervangen en te hergebruiken. Het transport is veel efficiënter omdat de tegels niet opgerold vervoerd worden. Daarnaast wordt de hoeveelheid snijafval bij installatie tot een minimum beperkt.

 

Grondstoffen zijn niet eindeloos beschikbaar

Om een product te produceren heb je, vanzelfsprekend, materialen en energie nodig. Dat dit een impact heeft op het milieu werd oprichter en duurzaamheidspioneer Ray Anderson in 1994 duidelijk. In dat jaar vroeg een belangrijke progressieve klant wat Interface deed voor het milieu. Op dat moment konden de projectmanagers enkel antwoorden dat Interface voldeed aan de geldende wetgeving. De klant vond dat niet voldoende. Om deze reden stelde Ray Anderson een taakgroep samen om dit onderwerp te onderzoeken en aan te pakken. Ook las hij het boek ‘The Ecology of Commerce’ van Paul Hawken wat hem raakte, wakker schudde en précies deed wat het had moeten doen. Ray Anderson besloot kritisch naar zijn bedrijfskeuzes te kijken. Opnieuw maakt hij een keuze. Een keuze, die het bedrijf volledig zou veranderen en die voelbaar zou zijn in alle lagen van de organisatie (en de rest van de industrie). Hij zette Interface op haar duurzaamheidsreis. Dit om klimaatneutraal te worden en geen negatieve impact te hebben op de planeet. Met als gevolg uiteindelijk een herstellende bijdrage te kunnen gaan leveren.

 

 

‘The only way the Earth can change is if business, the most pervasive and influential force on the planet, is willing to lead.’

| Ray Anderson, (oprichter Interface), 1994

 

 

Interface als pionier

Het team van Interface startte direct met het meten van hun impact. Processen werden geoptimaliseerd zodat het energieverbruik verminderd werd. Er werd een start gemaakt met levenscyclusanalyses van de tapijttegels. Op deze manier heeft Interface inzicht gekregen welke grondstoffen de meeste CO2 impact hadden. De afdeling Research en Development begon de zoektocht naar materialen die zuinig zijn. Wat er overbleef aan C02 impact werd gecompenseerd. Interface werkte sindsdien dagelijks aan het klimaatneutraal worden om zo hiermee de impact op de aarde te verkleinen.

In 2019 brengt dit haar succes: alle producten zijn over de gehele levenscyclus C02 neutraal. Dit succes is echter geen reden om niet verder door te gaan. Duurzaamheid zat inmiddels zo in het DNA van Interface dat haar volgende doel wordt gesteld: in 2040 wil zij een CO2 negatieve onderneming zijn (scope 1, 2 en 3 emissies – GHG protocol).

Met scope 1 worden de directie emissies uit eigen bedrijf of gecontroleerde bronnen bedoeld. Scope 2 betreft alle indirecte emissies van de opwekking van gekochte energie die door Interface wordt verbruikt. Tot slot houdt scope 3 alle andere, indirecte emissies in die in de waardeketen van Interface optreden.

 

 

‘We willen verantwoordelijkheid nemen voor al onze CO2-impact. Ook wat buiten onze hekken gebeurt.’ 

| Janneke Leenaars (Sustainability Manager Nothern Europe bij Interface)

 

 

Interface als atmosfeer-schoonmaker

Rond 2040 wil Interface dus meer CO2 uit de atmosfeer halen dan dat ze uitstoten, voor zowel scope 1, 2 en 3 emissies. Sinds 1996 heeft Interface de gemiddelde CO2 voetafdruk van haar tapijttegelproducten met 76% gereduceerd. De tapijttegels gemaakt in Scherpenzeel bestaan nog maar voor 12% uit virgin petrochemische materialen en bestaan voor gemiddeld 88% uit gerecycled en bio-based materiaal. In 2021 brengt Interface zelfs de eerste CO2 negatieve tapijttegels op de markt met de CQuest™BioX-backing. Door de combinatie van speciale garens en tuft processen is deze tegel C02-negatief van wieg tot poort en een mooi voorbeeld van duurzaamheid gedreven innovatie.

 

2e Lean & Green Star voor Interface

Ook binnen de logistieke afdeling van Interface zijn grote stappen gemaakt om hun CO2 impact te verkleinen. Zo heeft Interface in 2022 de 2e Lean & Green Star behaald. Zij hebben verschillende maatregelen genomen. Zo hebben ze de beladingsgraad van de vrachtwagens verhoogd door ladingen te bundelen. Ook is duurzaamheid altijd onderdeel van afspraken die gemaakt worden met carriers. ‘Als Interface logistieke tenders uitschrijft, kijken we eerst naar duurzaamheid. Vervolgens naar service en daarna pas naar de kosten. Dat is een heel andere mindset dan in de traditionele logistieke sector. Maar duurzaamheid zit in ons DNA en heeft daardoor de hoogste prioriteit,’ aldus Bas Stuifbergen (Directeur European Planning & Logistics bij Interface).

 

 

‘Interface is een mooi voorbeeld van hoe je als verlader de markt positief kunt beïnvloeden.’ 

| Minne Jansen (Projectmanager Lean & Green Nederland)

 

 

| De uitreiking van de 2e Lean & Green Star aan Interface

 

Voor een transitie heb je iedereen nodig

Medewerkers van Interface worden dagelijks herinnerd aan hun bijdrage. In de productie hangen bijvoorbeeld voorstelborden. Deze borden nodigden medewerkers uit om ideeën en feedback rondom de productieprocessen te delen. ‘Als je door zo’n grote transitie gaat, heb je input nodig van al je mensen die er dagelijks mee bezig zijn,’ aldus Erwin Wernsen (Interface).

 

Transparant

Op hun website maakt Interface zichtbaar wat de milieuspecificaties van elk product zijn. Ook kunnen potentiële klanten via de carbon calculator de potentiële impact van hun project laten berekenen.

Meer lezen? Het artikel van Interface over het behalen van de 2e Star lees je hier. 

 

Ook starten met verduurzamen?